Wat maakt mij mij en jou jou?

Heb je dit van mij of van je vader?

Ik betrap mijzelf erop dat ik steeds vaker op zoek ben naar gelijkenissen tussen onze meiden en onszelf.

Welke karaktertrekjes zie ik terug?

Welke maniertjes?

Heb je mijn lach?

Mijn ogen?

Mijn positiviteit?

Mijn creativiteit?

Mijn sportiviteit?

Mijn noodzaak om in de ochtend langzaam met koffie wakker te worden?

Of net als ik kortaf reageer als je ongeduldig of moe bent?

Stel je ook doorvraag-vragen omdat je nieuwsgierig bent naar de ander?

Soms zo erg dat de ander daar ongemakkelijk van wordt?

Ik zie steeds meer gelijkenissen. Soms word ik erdoor overvallen en hoor ik ze dingen zeggen die ik zelf ook op die leeftijd gezegd zou hebben.

Onze genen maken een reis door de tijd. Ik denk wel eens: 'Van wie stam ik af en wat blijft er in de toekomst van mij over?' Het zijn vragen waar ik naarmate ik ouder word steeds nieuwsgieriger naar wordt. Wat geef je door en wat wordt gevormd door de omgeving zijn vragen die mij bezighouden. Van wie ik af stam is een lastige. Als baby ben ik bij mijn genen-ouders weggehaald. Ik ben daar niet opgegroeid en ken ze niet. 

De meningen zijn zeer verdeeld over wat je door erft met betrekking tot persoonlijkheidskenmerken. Een aantal uiterlijke kenmerken erf je binnen de regels van het overerven door. Genen, chromosomen en DNA zijn de bepalende elementen hierin. 

Op je chromosomen zitten de genen. Een gen is een stukje DNA.

Elk gen beschrijft de code van een kenmerk, die (mee)bepaalt hoe je er uit ziet, hoe je lichaam werkt of hoe je bent. Een aantal dingen liggen vast. Je krijgt een gen versie van je vader en je moeder. De gen die overheerst krijg jij. Denk aan haar- en oogkleur, lengte, postuur. Het kuiltje in je kin, wel of geen losse oorlel of je tong dubbel kunt klappen. Als juf gaf ik de kinderen de opdracht mee om dit soort kenmerken met jouw familie uit te pluizen.  Wie heeft of kan dat dat in jouw familie ook?

Inmiddels zijn een groep onderzoekers het er nu over eens dat de bepaling van de ‘big five’ persoonlijkheidskenmerken ook genetisch doorgegeven kan worden. Die vijf kenmerken zijn: extravert zijn, neurotisch zijn, bewustzijn, het openstaan voor nieuwe ervaringen en of mensen in essentie aardig of aangenaam overkomen.

Andere onderzoekers zeggen: 'Je persoonlijkheid wordt ook gevormd door de omgeving.'

Zij zeggen: 'Hoe jij omgaat met problemen ligt niet vast in je genen.'  Jouw omgeving heeft je geleerd hoe je kunt omgaan met problemen. Je kopieert het gedrag van je ouders, een vriend of een leerkracht. De belangrijkste figuren in je jonge jaren hebben model gestaan voor hoe je omgaat met teleurstellingen, onzekerheden of stress. Of je glas halfvol of halfleeg is bij hun aangeleerd gedrag.

Daarnaast beïnvloeden de genen die jij hebt gekregen elkaar.

Ook hoe je leeft, hoe gezond je eet, hoeveel je beweegt, waar je woont, de ziektes die je gehad hebt en medicijnen die je hebt gebruikt kunnen invloed hebben op jou en jouw gezondheid.

Verhoudingen over genen en aangeleerd gedrag door jouw omgeving variëren van 40 -60% of 60-40% in onderzoeken. Daar valt nog genoeg uitpluiswerk te verrichten.

Terwijl onderzoekers hun werk doen, kan ik alleen maar zeggen: 'Ieder mens is complex en uniek en dat maakt mij mij en jou jou! Ik vind het wonderlijk om dat te onderzoeken. Jij ook?

Welke gewoontes, talenten, kwaliteiten, interesses of suffe dingen hebben jouw kinderen van jou overgenomen? En is dat dan een gen-overdracht of gekopieerd gedrag uit de omgeving?